Sprinklers
Een automatische brandblusinstallatie die uitgerust is met zogenaamde E.S.F.R.-sprinklers heeft, in tegenstelling tot een systeem dat uitgerust is met conventionele sprinklers, wel als doel het blussen van een brand.
De automatische sprinklerinstallaties omvatten een waarschuwingssysteem dat tot doel heeft het in werking treden van de installatie te melden. Deze waarschuwing biedt de mogelijkheid tussenbeide te komen, hetzij om de brand te helpen bestrijden met bijkomende middelen als de brand nog niet gedoofd is, hetzij om de hoofdafsluiter na doving te sluiten om waterschade te beperken.
<< vorige volgende >> | |||||||||||||||||
|
|
| |||||||||||||||
<< vorige volgende >> |
Hoe werkt een sprinkler?
Bij het ontstaan van een brand zal de temperatuur in de directe nabijheid stijgen. Hierop reageert het temperatuurgevoelige element waardoor de sprinkler in werking treedt en tevens de brandpompen starten indien aanwezig. Enkel de sprinklers in de nabijheid van de brand zullen dus worden geactiveerd.
Opbouw van installatie
Een automatische sprinklerinstallatie bestaat uit:
- Een net van leidingen waarvan sommige met sprinklers uitgerust zijn,
- De alarmklep of controlepost om ondermeer een waarschuwingssignaal in werking te doen treden,
- De watervoorziening (pompen, waterreservoir).
- Een algemeen sprinkler meldpaneel met eventuele herhaal panelen
Soorten van installatie
De drie meest voorkomende varianten:
Natte installatie
Een natte sprinklerinstallatie is een standaard uitvoering waarvan de leidingen te allen tijde gevuld zijn met water onder druk zowel voor als na de controlepost. Natte sprinklerinstallaties worden toegepast in gebouwen waar geen gevaar bestaat voor het bevriezen van water.
Droge installatie
Een droge sprinklerinstallatie is een standaard uitvoering waarvan het leidingnet stroomafwaarts van de controleklep onafgebroken met lucht onder druk gevuld is en met water onder druk stroomopwaarts van deze controleklep. Ze wordt enkel toegelaten in lokalen die niet gegarandeerd vorstvrij zijn of waar de temperatuur hoger is dan 95°C. Zodra een brand wordt gedetecteerd gaat de controleklep open en wordt het water in het leidingnet toegelaten waardoor de sprinklers hun werking kunnen doen.
Omdat eerst de lucht uit het leidingnet moet reageert een droge installatie hierdoor iets trager dan een natte installatie.
Pré-action (aangestuurde) installatie
Het gaat hier om een droge installatie waarvan de controleklep enkel wordt geopend van zodra een brand wordt gedetecteerd door bv. rookdetectors of door een afzonderlijk sprinklerdetectieleidingnet.
Bij een leidingnet met gesloten sprinklers spreken we van pré-action systemen. Deze worden vooral toegepast in ruimtes waar beschadiging van de sprinklers kan voorkomen of in ruimtes welke uiterst gevoelig zijn voor waterschade. Er moeten 2 detecties plaatsvinden voordat water kan vrijkomen.
Is het leidingnet uitgevoerd met open sprinklerkoppen, dan is er sprake van een deluge-systeem. Deluge-systemen worden toegepast indien er kans is op zeer snelle uitbreiding van een brand.